column.
lijst columns
lijst
lijst
lijst columns
C-lijst_frm.
Column: Gerommel binnen GroenLinks? (6-4-2007).
Met verbazing observeer ik de reacties op ‘Planeet GroenLinks’, de site voor GroenLinkse bloggers, op de hernieuwde uitgave van het manifest.  Voor de zekerheid heb ik het manifest, dat ook ik met overtuiging heb ondertekend, nog eens doorgelezen, maar ik kan maar niet ontdekken waar de boze reacties op zouden kunnen berusten. Kan het zijn omdat   geen genoegen wordt genomen met een door een recent door het congres goed gekeurde partij-koers?  Noël Vergunst  associeerde dit in een bijdrage met ‘democratisch centralisme’ en dat was een term die mij ook te binnen schoot.  Kan het zijn dat mensen vinden dat de partijtop meer ontzien moet worden?  Maar ik heb geen heftige verwijten richting top in de  tekst van het manifest kunnen ontdekken. De teneur lijkt mij toch meer van ‘wij, als GroenLinks zijn verkeerd bezig’ dan ‘aan de top worden alleen maar verkeerde besluiten genomen’.  Is men kwaad omdat GroenLinks een elitair karakter wordt toegekend?  Dan is er misschien een misverstand in het geding. Mij lijkt het hierbij niet te gaan om, zoals sommigen lijken te denken,  dat er weinig partij-leden zouden zijn met  lage sociaal economische status, dat is trouwens nooit anders geweest, maar om de vraag of voldoende wordt stilgestaan bij de omstandigheden van mensen, die het maatschappelijk wat minder ver geschopt hebben.   

De geëtaleerde boosheid van -laat ik het nog maar eens zeggen- door mij verder gewaardeerde partijgenoten, illustreert voor mij het bewijs van het gelijk van het manifest waar het gaat om een verkeerd ontwikkelde partij-cultuur. Een cultuur waarin karakter en koers van de partij aan de top wordt bepaald en het congres bijeenkomt om dat even goed te keuren, een manier van doen, die doet denken aan Chinese partij-democratie. Maar voor dat mensen over deze kanttekening kwaad worden: dit is géén sneer richting partijtop, géén afvallen van Femke Halsema of het partijbestuur. Het is, als gezegd een gevolg van een partij-cultuur, waarvoor geheel GroenLinks (‘wij’ dus) verantwoordelijk is.

In die ontwikkelde partij-cultuur werd het gebruikelijk dat afdelingen focussen op lokale issues en de landelijke koers overlaten aan de  2e kamerfractie en landelijke partijorganen. In praktische zin logisch en niets nieuws, maar ook het meedenken over landelijke vraagstukken,  koers en principes kwam er niet meer van. Organisatorische kreeg dit zijn vertaling in het verwisselen van een congres van afgevaardigden met een leden-congres.  Een reden voor mijzelf om geen congressen meer bij te wonen. Niet dat ik, zoals moge blijken uit mijn eigen site en berichten naar ‘Planeet’,  er tegen op zie mijn persoonlijke visie op van alles en nog wat te geven.  Maar op een congres van eenlingen tegenover een georganiseerde coalitie van de partijtop zie ik weinig heil. Zoals ik het zie zijn dan de kansen voor aanvaarding van oppositionele opvattingen gering en krijgt het congres gemakkelijk het karakter van een fanclub voor de 2e kamerfractie, mede ook omdat de verzameling van eenlingen pas kort voor het congres gaan stilstaan bij landelijke vraagstukken,  koers en principes en daardoor sterk in het nadeel staan tegenover de veel beter inhoudelijk voorbereide  partijtop.

Het moge duidelijk zijn dat mijn kritische opstelling naar mijn partij al bestond lang voor het manifest verscheen. Het is de reden waarom ik ooit met columns begon, aanvankelijk via de plaatselijk mailing-list, later via de eigen site en Planeet GroenLinks. Met de hoop dat -om te beginnen in de afdeling DenHaag- de gedachtevorming over landelijke vraagstukken,  koers en principes weer plaatselijk gestalte zou krijgen. Om het denken in termen van ‘wie zijn wij met zijn allen en in welke richting willen we gaan?’  weer nieuw leven in te blazen.  

Immers, wat principieel door ons gevonden wordt heeft vooral een landelijk (en Europese/internationale dimensie. Lokaal werk je natuurlijk ook met politiek inhoudelijke opvattingen, maar zijn de contrasten tussen partijen toch kleiner, gaat het veel meer om concrete objecten en werk je binnen wettelijke kaders, vastgesteld op het landelijk niveau, waar de grotere verschillen in politieke voorkeuren de debatten hebben gekleurd. Als ik mensen moet vertellen  waarom ze er goed aan doen om op GroenLinks te stemmen en helemaal waarom het goed zou zijn lid te worden, dan kan ik ook moeilijk om landelijk/internationaal  in de aandacht staande zaken heen. Maar als ik daarop wordt aangesproken, dan wil ik over de gekozen koers ook iets te zeggen hebben. Niet als individu, want dat beschouw ik als schijn-zeggenschap, maar tezamen met hetzij de afdeling, hetzij (ongeveer) gelijkdenkenden.

Anders dan een aantal GroenLinksers heb ik om bovengenoemde overwegingen het initiatief met het manifest niet als een bedreiging voor de lieve vrede binnen de partij ervaren. Voor mij is  het eerder de eerste stap in een richting, die de partij weer gezond kan maken. Elke lezer is natuurlijk vrij om daar anders over te denken. Maar ik hoop in elk geval duidelijk te maken waarom deze GroenLinkser zich graag schaarde onder de ondertekenaars.  En dat ik dat ook gedaan had als de naam Leo Platvoet daar niet onder had gestaan.