wpa3a2d57a.png
wp0edfba83.png
wp4827aa9c.png
wp5c9e216e.png
wpd01099ed.png
Archief-kopie
wpf9a8e39a.png
wpf61f2972.png
wpf8d566d6.png
entree/home


Blogpagina’s
home 1



home 2


wpa841723f.gif
wp9d8e84b5.gif
wp70272859.png
wpded59384.png
leidende gedachte van de auteurs te zijn.  Maar het resultaat is iets wat met de meest krachtige amendering nog niet tot een serieus te nemen verhaal zal leiden.
Mijn advies: laten we het nog maar een tijdje met ons oude beginselprogramma doen.  Tot er een stuk ligt, waar GroenLinksers zich niet voor hoeven te schamen.
Prullenmand-concept
Eigenlijk was ik er al niet gerust op, al die gezellige familie-bijeenkomsten van Groenlinks die tot een nieuw beginselprogramma zouden moeten leiden. Bijeenkomsten met veel mensen in wisselende samenstelling, zijn nog wel zinvol als voorprogramma  voor de panels die stukken gaan schrijven, want allicht worden er een aantal weliswaar nog onrijpe, maar ook originele ideeën geuit, die je met het schrijven van concepten mee kan nemen en uit kan werken.  Van die gezellige bijeenkomsten  mag je echter niet verwachten dat ze dieper gaande, in perspectief geplaatste  inzichten opleveren en een serie bijeenkomsten betekent al gauw het herhaald uitvinden van het wiel en het opsommen van gemeenschappelijke principes, die mooi, maar tevens oppervlakkig zijn.  

Dus ik had mijn hoop gevestigd op nijver werkende panels, die analyserende stukken zouden schrijven en uitwisselen, waarin lange termijn problemen werden benoemd en een schets -geen blauwdruk- van de wereld, van waar we naar zouden moeten streven, zodat genoemde problemen een oplossing zouden krijgen.  Nu ik het concept van het nieuwe beginselprogramma heb gezien, lijkt het er meer op dat  losse opmerkingen gemaakt op de familie-bijeenkomsten, gebundeld zijn. Het slordige, verwarring zaaiende veelvuldige gebruik van het woord ‘we’, dat Simon Otjes zeer terecht bekritiseert, lijkt ook te passen bij een gemoedelijk stuk, dat het product is van gezellige, sfeervolle  bijeenkomsten, waar negatieve geluiden taboe zijn. De vraag is dan wel wat de panels nu eigenlijk uitgespookt hebben.   

Een behoorlijk beginselprogramma moet de problematische kanten van Nederland, Europa en de wereld benoemen en in een analytische perspectief  plaatsen en kan daarom geen geschrift opleveren dat je even bij de kapper leest tot je aan de beurt bent. Wij leven in een wereld met te veel mensen die te veel bronnen gebruiken, met name zij, die al veel meer hebben dan nodig is om redelijk te leven. Redenen om krachtiger te werken aan herverdeling van macht en welvaart, gebruik van voorbehoedmiddelen en het bestrijden van katholieke dogma’s, die dit tegenwerken. Ik noem het maar als een voorbeeld van een punt, waar GroenLinks best wel eens op gevoelige tenen mag trappen, al is dat niet gezellig en brengt het conflictstof in de Europese samenwerking (Ierland, Polen).  En over Europa gesproken: in plaats van alleen in lovende termen over de EU te spreken, mag best wel eens stilgestaan worden bij bijvoorbeeld de negatieve gevolgen van de eenzijdige nadruk op vrije markt, overheden dwingende aanbestedingsprocedures en verslechterde arbeidsvoorwaarden vanwege de vrije concurrentie-principes.

In Nederland is het onderwijs stevig in kwaliteit afgenomen, wat niet alleen op zichzelf zorgelijk is, maar het ook moeilijk maakt te geloven dat met innovatie en blijven leren goed ingespeeld kan worden op de globalisering. Een visie wat verkeerd is gegaan en hoe het anders moet, zou in het concept beginselprogramma niet mis hebben gestaan.  In onaardige termen mag ook iets gezegd worden over de nieuwe kaste van managers,  die teveel verdienen en teveel regelen, het plezier in het werk van vakmensen vergallen. Of over fondsen, die bedrijven opkopen, uitwringen en doorverkopen, de asociale, nieuwe kapitalisten. In het algemeen: de nieuwe machtsverhoudingen en hoe die uitwerken. En dan iets waar ik binnenkort nog eens apart op hoop terug te komen: de doorgevoerde vormen van verzelfstandiging, privatisering en toepassing van de marktwerking. Het ziet er niet naar uit dat die betrouwbaarheid, kwaliteit en tarieven van diensten (openbaar vervoer, zorg, zorgverzekeingen) in gunstige zin beïnvloed hebben. Tot nu toe iets, dat vooral de SP lijkt op te vallen.

Kortom, een aantal voorbeelden van problemen, die het concept-beginselprogramma in zonnige stemming graag over het hoofd ziet of alleen vluchtig aanroert. “Tja, ‘we’ moeten het natuurlijk wel gezellig houden”, lijkt de
ts110708